Een toekomst waarin alle kwaliteiten samenkomen
Strengths-based development (krachtgerichte benadering) is een methodiek voor coaching, opleiding en ontwikkeling die haar wortels heeft in de positieve psychologie (Seligman, 2000) en de appreciative inquiry benadering (Cooperrider,Whitney & Stavros, 2008).
De kern van deze benadering is dat niet de deficiënties (dat wat iemand niet kan), maar juist de talenten, persoonlijke kwaliteiten en sterke kanten van de student het vertrekpunt vormen voor zijn ontwikkeling.
Het algemene beeld is dat Strengths-based development programma’s een positief effect hebben op de motivatie, het zelfvertrouwen, de inzet en het welbevinden van deelnemers.
Het inzetten van SBD bij opleidingen gericht op kwaliteiten leidt tot:
• Meer vervulling van psychologische basisbehoeften
• Het ervaren van bezieling
• Een proces van zelfactualisatie
• Mensen gaan ervaren dat ze invloed hebben op hun ontwikkeling wat leidt tot een groei-mindset (Dweck, 2006).
Door SBD in een opleiding toe te passen leren studenten hun eigen kwaliteiten ontdekken, ontwikkelen en bijhouden.
Deze werkvorm is een variatie op de oefening uit Ontwerp je ontwikkeling (Meijers, 2018) en borduurt voort op de werkvorm 'Kwaliteiten tekenen' waarbij studenten hun kwaliteiten al benoemd hebben.
Het doel van deze werkvorm is om die kwaliteiten te concretiseren en zich voor te stellen hoe ze die in de toekomst kunnen inzetten. Het tekenen helpt hierbij. In het voorbeeld wordt ook onderscheid gemaakt tussen gevoel en gedachten.
Bij de laatste stap van deze werkvorm vindt de vertaling van woord naar beeld plaats.(Abstracte) begrippen zoals waar we nu mee werken, kunnen op een heleboel manieren gevisualiseerd worden. Mensen maken vaak of heel algemene, symbolische tekeningen (een hart bij het woord ‘liefde’) of juist een specifiek ding/mens/situatie (een man en vrouw die aan het kussen zijn).
Wat we in deze werkvorm willen is dat studenten niet algemeen blijven (want dat zijn de woorden al) maar specifiek worden. Door een scene te tekenen wordt hun voorbeeld specifiek en plaatsen ze het begrip in een context. Er moet immers een omgeving en een persoon die handelt, worden getekend. Als ze het alleen omschrijven, kunnen ze makkelijker in algemeenheden blijven hangen terwijl je juist wil dat ze er echt over nadenken.